De Driessens kwamen vanuit Duitsland in 1826 naar Aalten en begonnen daar een spinnerij en weverij. De firma Driessen was een van de eerste spinnerijen/weverijen in Nederland die overging op stoom, dat deden ze in 1856. Stoomweverij Herman Driessen en Zn liet in 1894 aan de Hofstraat in Aalten een productielocatie bouwen voor 34 weefgetouwen; in 1937 was dat aantal uitgebreid tot 200. Het gebouw groeide mee: steeds werd er een stuk bij aangebouwd. De zaken gingen voorspoedig, maar in de loop der tijd kwam daar een eind aan. In 1969 ging Driessen failliet en kwam er een machinefabriek in de panden van Driessen. Dat gaf overlast in het centrum, daarom werd dit bedrijf in de jaren tachtig verplaatst naar bedrijventerrein.
De gemeente kocht de panden op, maar het lukte sinds 1996 telkens niet om er een goede invulling voor te vinden, tot ergernis van veel Aaltenaren. (zie foto De bevolking geeft er haar eigen commentaar op). Het hoofdgebouw werd in 2002 door brandstichting vrijwel volledig verwoest. Uiteindelijk werd het gemeentebestuur door de raad gedwongen om in actie te komen. Dat resulteerde in een advertentie in de krant: een groot deel van het complex werd bij openbare inschrijving verkocht. Daar sprong de TPN Groep van oud-Aaltenaren Hans Wikkerink en Hans Bulsink toen onmiddellijk op in. Zij hadden de panden al langer op het oog, maar door allerlei verwikkelingen kregen ze steeds niet de kans om het complex te kopen. Door loting werden zij in 2013 toch de eigenaren van de het hoofdgebouw, de machinekamer, het ketelhuis en de productiehallen. Hun doel was van meet af aan de panden in oude luister herstellen en verhuren. De panden lagen vrij centraal in het centrum van Aalten: beeldbepalend en gunstig gelegen. Dat was een van de redenen waarom de TPN Groep er wat in zag. Maar misschien was voor hen persoonlijk nog wel belangrijker dat het complex een belangrijke episode uit de industriële ontwikkeling van Aalten liet zien en daarmee dus onlosmakelijk verbonden was met het dorp. Het nieuwere bouwdeel was aangekocht door een plaatselijke aannemer, die dit deel wilde herbestemmen tot een zestal woningen. Dit lukte echter niet. In 2015 besloot de TPN Groep ook dit deel te kopen en ook te gaan herbestemmen tot bedrijfsruimte.
Herbestemming in twee fasen
Het werd dus een herbestemming in twee fasen: fase 1 ging van start in 2013 met het hoofdgebouw, de machinekamer, ketelhuis en productiehallen. Fase 2 betrof het nieuwere deel, uit 1933, ontworpen in Haagsche School stijl door architect W. M. Hebly. Dat deel werd aangekocht in 2015.
Van fase 1 werden de gerestaureerde productiehallen verkocht aan de gemeente, als openbare parkeergelegenheid. Dat beperkte het ontwikkel- en verhuurrisico voor TPN Groep aanzienlijk, immers een stevig aantal minder courante meters bedrijfsruimte behoefden niet aan de man gebracht te worden èn de parkeerdruk in de omgeving was aanzienlijk verminderd. Dit was een nuttig hergebruik van de hallen waar de omgeving erg blij mee was. Een win-win situatie dus.
Toen een huisartsenpraktijk als eerste ruimte ging huren in de panden van Driessen, kwam de hele herbestemmingstrein goed op gang. Fase 1 liep razendsnel vol: voor verschillende zorgverleners bleek het aantrekkelijk om bij elkaar in de buurt te zitten. Wel heeft iedere dienstverlener een eigen ingang en een eigen wachtkamer. Dat maakt het ook overzichtelijk qua kosten: er hoeven geen ingewikkelde verrekeningen plaats te vinden.
In 2015 ging de TPNGroep in gesprek met de gemeente en de eigenaar van de andere Driessen-panden. Het lukte de eigenaar niet om de woningen te verkopen, die hij hier gedacht had. TPN Groep kocht de panden over en ging ook hier de restauratie voortvarend oppakken. En al redelijk snel liep het ook hier vol met dienstverleners in de gezondheidszorg. In het kopgebouw, het oude kantoor, zitten nu vooral zakelijke dienstverleners, zoals architecten, constructeurs en ICT-bedrijven.
Succesfactoren en aandachtspunten
- Ken de plaats en ken de mensen
Eigenaren Hans Bulsink en Hans Wikkerink zijn geboren Aaltenaren. Ook al wonen ze er al jaren niet meer, ze kennen de plaats, de mensen en de cultuur. Daar hadden ze gemak van. Een aantal huurders kenden ze al en ook in de politiek zaten de nodige oude bekenden.
- Een monument op de goede plek verloochent zich niet
Als een monument op een goede plek staat, dan is dat een groot voordeel dat zich altijd uitbetaalt.
- Subsidie in de crisistijd helpt
om de bouw aan de praat te houden. Zonder de subsidie van de provincie Gelderland was de TPN Groep vrijwel zeker niet tot aankoop over gegaan.
- Blijf betrokken, ook na oplevering
Wees geen voorbijganger, maar laat ook na de herbestemming zien dat je betrokken blijft. Dat geeft vertrouwen, ook voor volgende projecten waar je bij betrokken wilt zijn.
- Werk met lokale bedrijven
Hans Bulsink en Hans Wikkerink schakelden zoveel mogelijk lokale bedrijven in bij de restauratie. Ze kenden de eigenaren van veel lokale bedrijven vaak persoonlijk, dat werkt prettig. Maar het levert je project ook draagvlak op, als anderen er ook een boterham mee kunnen verdienen.
- De kunst van restaureren is zo min mogelijk doen
Als je elk onderdeel goed bekijkt is er nog veel handhaving en hergebruik mogelijk.
Financiering
Financiering Fase 1:
Voor de restauratie van fase 1 kreeg de TPN Groep een subsidie van de provincie Gelderland. Verder sloten ze een Restauratiefondsplus-hypotheek af. Deze combinatie leverde met de inbreng van eigen middelen een rendabele business-case op.
Financiering Fase 2:
Voor fase 2 sloot de TPN Groep een Restauratiefonds-hypotheek af en een lineaire lening.
Twee grotere huurders met langjarige huurovereenkomsten hebben zelf binnen de afbouw en installaties gefinancierd, omdat dat voor hen fiscaal gunstiger was. Aan hen verhuurt de TPN Groep nu formeel een onafgewerkt cascogebouw.
Duurzaamheid
Aan de duurzaamheidsmaatregelen is de voortschrijding van de techniek af te lezen. Van meet af aan hoorde hergebruik van materialen erbij. Zo zijn de originele kruispannen van gesloopte, niet-monumentale gebouwdelen hergebruikt op de monumentale delen die eerder bij een brand verwoest waren. Verder zijn alle vloeren, wanden en daken volledig geïsoleerd.
In een aantal gebouwdelen zijn de nieuwste duurzame installaties geplaatst, zoals luchtwarmtepompen, voor het verwarmen en koelen van de ruimtes. Op het platte dak van fase twee is een zonnestroominstallatie gelegd. Deze zijn vanaf het maaiveld niet te zien. De ventilatie-installaties zijn voorzien van warmteterugwinning.
In de houten kozijnen is isolatieglas HR++ geplaatst, de stalen ramen zijn, na restauratie, voorzien van isolatieglas 3-4-3, aan de buitenzijde is monumentenglas geplaatst. Dit gebeurde overigens pas na overleg met de Rijksdienst.