Wonen, zorg en ontmoeting in negentiende-eeuwse stolpboerderij
Midden in het Noord-Hollandse dorp Warmenhuizen staat de Stolpboerderij die Eric van Dijke eind 2020 kocht. Het gebouw stond al acht jaar te koop en was slecht onderhouden. Toch viel Van Dijke als een blok voor het provinciale monument. Samen met investeerders uit het dorp, het Nationaal Restauratiefonds en een flinke dosis enthousiasme, doorzettingsvermogen en lef lukte het hem om het verouderde pand om te toveren tot een thuis voor jongeren met een beperking.
‘Stel dat een van mijn dochters zorg nodig heeft, waar en hoe wil ik dan dat zij woont?’ Die vraag was het uitgangspunt van zorgverlener Eric van Dijke om zijn droom te verwezenlijken: een woonlocatie waar jongeren met een beperking en dorpsgenoten met elkaar in contact komen.
Tijdens zijn zoektocht wees iemand hem op de Stolpboerderij in Warmenhuizen. ‘De boerderij stond al lang te koop, lag verscholen achter een haag, had jarenlang geen onderhoud gehad en was de laatste drie maanden bewoond door vijftien seizoenarbeiders. Ik kan je vertellen: daar knapt geen pand van op.’ Maar voor Van Dijke was het geen belemmering. ‘Ik zag direct voor me hoe het moest worden. En misschien nog belangrijker: de sfeer voelde meteen goed.’ Al snel kwamen de vragen. ‘Wie heb ik nodig om mijn plannen te realiseren, wat betekent de monumentale status voor dit project en wat gaat de herbestemming kosten?’
‘Ik had zo veel vragen; alles was nieuw voor me. Ik had alleen nog maar in de zorg gewerkt. En een kant en klaar handboek hiervoor bestaat niet.’ En dus ging Van Dijke zelf het avontuur aan. ‘Mijn ervaring: begin bij het eindpunt en kijk dan wat nodig is om daar te komen. Ik heb in die eerste periode veel steun gehad aan Bouwbedrijf Pronk, dat veel kennis van en ervaring met restauraties en verbouwingen heeft, ook van stolpboerderijen. En ook aan de heren van de Ronde Tafel 98 Schagen, een serviceclub die zich inzet voor regionale goede doelen. Via dat netwerk heb ik onder andere een notaris en een aankoopmakelaar gevonden.
Ik had zo veel vragen; alles was nieuw voor me. En een kant en klaar handboek hiervoor bestaat niet.
In de Stolpboerderij wonen inmiddels twaalf jongeren met een verstandelijke beperking. Op de begane grond zijn acht appartementen gerealiseerd met openslaande deuren naar de gemeenschappelijke tuin. De eerste verdieping telt vijf appartementen. Allemaal met een eigen badkamer. Zowel boven als beneden komen de appartementen uit op een grote gezamenlijke woonkeuken. De boerderij wordt ook toegankelijk voor buitenstaanders: twee kamers in het monumentale voorhuis worden omgebouwd tot huiskamerrestaurant en in de aangebouwde serre worden straks koffie en thee geserveerd.
AANDACHTSPUNTEN EN SUCCESFACTOREN
Partijen met verstand van zaken
‘Tijdens een verbouwing loop je altijd tegen zaken aan die je op verschillende manieren kunt oplossen. Vakmensen denken mee over de juiste oplossing en kunnen zorgen dat een eenvoudigere, goedkopere oplossing er toch niet ‘kitsch’ uit komt te zien. Wij moesten bijvoorbeeld de draagconstructie verstevigen omdat we dertien appartementen met badkamers gingen realiseren. Daarvoor moesten zes dragende vierkantspalen worden opgetild die op stenen waren gemetseld, zogenoemde poeren. Die poeren moesten worden weggeslagen om het beton te kunnen storten: 88 duizend liter in totaal. Na het storten van de vloer zijn de poeren hersteld met stenen die we op een andere plek in de boerderij hadden gevonden.’
Verborgen geschiedenis
Toen Van Dijke de boerderij net had gekocht, kwam er een oude dame langs die 92 jaar geleden dáár was geboren. ‘Zij vertelde me over een onderduikplek in het huis, die in de oorlog werd gebruikt. De ruimte zat verstopt achter een paneel. Haar verhaal gaan we opschrijven aan de binnenkant van dit paneel, zodat het bewaard blijft. Leuk detail: de deur die toegang geeft tot die kleine ruimte - en dus uiteindelijk tot de schuilplaats - was goed te zien door de NSB-burgemeester die aan de overkant woonde. Hij heeft er gelukkig nooit iets achter gezocht.’
Plek voor ontmoeting
Dat de boerderij in het centrum van het dorp staat, heeft volgens Van Dijke verschillende voordelen. ‘Onze bewoners maken onderdeel uit van de maatschappij. Dat is prettig voor hen, maar het werkt ook de andere kant op. In Warmenhuizen wonen veel alleenstaande ouderen. Er is best wat eenzaamheid. In ons huiskamerrestaurant kunnen mensen straks dagelijks een kopje koffie komen drinken en twee keer per week een eenvoudige maaltijd eten. Het eten komt deels uit de moestuin die voor de boerderij ligt. Dat is een laagdrempelige vorm om contact te leggen tussen dorp en bewoners.’
Onderhandelen met monumentencommissie
‘Heb je te maken met een partij die ‘iets moet vinden’ van jouw creatie, zoals bijvoorbeeld de monumentencommissie, blijf dan in gesprek en ga niet in de aanval als een idee afketst. Dat is mijn ervaring’, zegt Van Dijke. ‘Wanneer je zorgt voor een goede verstandhouding, zoekt naar mogelijkheden binnen de kaders en je je keuzes beargumenteert, dan is er veel mogelijk. Tijdens een bezoek van de provincie en de monumentencommissie aan de boerderij, gaf ik bijvoorbeeld aan dat ik zeven dakkapellen wilde om daglicht binnen te krijgen. Het voorstel werd meteen afgekeurd door de commissie. De dichte vorm van de stolp moest gehandhaafd blijven. En dat wist ook wel, maar nu had ik een onderhandelingspositie. Mede dankzij Ernst van der Kleij van de provincie, die aangaf dat iedereen wat water bij de wijn moest doen om dit project te laten slagen, heb ik uiteindelijk toestemming gekregen voor 23 dakramen. Zo bleef de vorm van de stolp gehandhaafd en hadden we toch extra daglicht in de woningen.’
FINANCIERING
Omdat er geen bank was die een volledige aankoophypotheek voor de stolpboerderij wilde verstrekken, moest Van Dijke andere wegen bewandelen. Via het bouwbedrijf kwam hij in contact met iemand uit het dorp die wilde investeren en ook nog anderen kende met mogelijke interesse. Van Dijke organiseerde een bijeenkomst voor alle belangstellenden en nodigde daarvoor ook het bouwbedrijf, de wethouder, zijn jurist en zijn architect uit, zodat zij vragen konden beantwoorden. Tegenover twaalf potentiële investeerders, allemaal uit het dorp, hield hij vervolgens een vurig betoog over zijn plannen. ‘Ik heb benadrukt dat deze plek midden in het dorp de perfecte locatie is voor deze woonvorm. Iedereen moet weten dat hij of zij ertoe doet. Dat kan alleen als je onderdeel uitmaakt van de maatschappij. Dat geldt ook voor mensen met een beperking. Zo’n centrale plek is ook een goede manier om in aanraking te komen met mensen met een verstandelijke beperking. En dat draagt enorm bij aan de integratie van deze groep.’
Zijn betoog had succes. Tijdens de bijeenkomst haalde hij bijna een miljoen op en had daarmee voldoende geld voor de aankoop van het pand. Maar toen ging, zes weken voor de overdracht, de telefoon. De bank. ‘De enige bank die met me in gesprek had willen gaan en enkele tonnen had toegezegd. Maar nu vertelden ze me dat ze zo’n investering in tijden van corona een te groot risico vonden en haakten ze af.’ En dus was er weer werk aan de winkel. ‘Ik besloot mijn investeerders te bellen. Allemaal wisten ze wat er op het spel stond en iedereen wilde meteen geld bijleggen, zonder dat ik een heel verhaal hoefde af te steken. Ongelooflijk, maar binnen tien minuten had ik de benodigde tonnen bij elkaar.’
Daarmee was het aankoopbedrag gedekt, maar er was ook geld nodig voor de verbouwing van het pand. Daarvoor nam Van Dijke contact op met het Noord-Hollands Monumentenfonds, een samenwerking tussen de provincie Noord-Holland en het Nationaal Restauratiefonds. ‘We hebben stevige gesprekken gevoerd’, blikt accountmanager Bernard Brons van Nationaal Restauratiefonds terug. ‘Onder meer over zijn businessplan, want dat zegt iets over het potentiële succes en dus de instandhouding van het erfgoed. Eric had namelijk wel kennis en ervaring van de zorg, maar niet van ondernemen. Hoe was hij bijvoorbeeld van plan om aan goed personeel komen? En hoe zat het met de kosten en opbrengsten? Het was echt spannend of het zou gaan lukken, ook omdat een vereiste voor de financiering was dat hij eigen geld zou inbrengen.’ Uiteindelijk kreeg Van Dijke een provinciale restauratiesubsidie en een laagrentende Noord-Hollandse Monumentenhypotheek, gecombineerd met een marktconforme Monumentenhypotheek. Brons: ‘Zijn gedrevenheid, visie en enthousiasme waren belangrijke factoren om de financiering te verstrekken.’
Brons: ‘Zijn gedrevenheid, visie en enthousiasme waren belangrijke factoren om de financiering te verstrekken.’
DUURZAAMHEID
Afgezien van dubbelglas in de voorgevel rond de jaren negentig en een nieuw dak twaalf jaar geleden, was er jaren niks aan onderhoud gedaan in de negentiende-eeuwse stolpboerderij. Van Dijke: ‘Alle enkele ruiten hebben we vervangen door HR+++ glas. Ook de stalramen en de boograampjes. Kuin Houtbewerking BV uit Hoogwoud heeft de kozijnen exact nagemaakt, zodat het dikkere glas erin zou passen.’ Voor muurisolatie koos Eric voor vlas, een natuurproduct dat ademt, waardoor het schimmelvorming tegengaat, koelte vasthoudt in de zomer en warmte in winter en wel 75 jaar meegaat. Dat de muren hierdoor gemiddeld 25 centimeter dikker werden, zag Van Dijke als een voordeel. ‘De vensterbanken zijn daardoor dieper, dat ziet er mooi uit.’
Om de vloer te isoleren, werden raggels aangebracht tussen de steunbalken, waar isolatieplaten tussen werden gelegd. Verwarmen gebeurt met laagtemperatuur vloerverwarming die is aangesloten op een warmtepomp. Daarvoor zijn drie bronnen van 180 meter diep geboord. ‘De warmtepomp werkt op elektra; op het rieten dak kunnen geen zonnepanelen.’
Tussen de begane grond en de eerste etage is in plaats van een dicht plafond een glasplaat van 90 vierkante meter bevestigd. Het licht van de dakramen op de eerste verdieping valt daardoor het pand binnen, tot aan de begane grond. Om condens te voorkomen, zijn de uitgangen van de mechanische ventilatie boven de glasplaat bevestigd. ‘Zo is er altijd maximaal 6 graden verschil tussen de ‘buitenkant’ van het glas en de binnenkant.’
De herbestemming was een intensief en langdurig project, blikt Van Dijke terug. ‘Ik ben heel positief ingesteld, maar ik heb wel een paar moeilijke momenten gehad. Er zijn nachten geweest dat er heel wat sigaretten en koffie doorheen ging. Maar nu heb ik waar ik al jaren van droomde: een locatie waar mensen met een beperking én dorpsgenoten met elkaar in contact komen. Inmiddels hebben we twaalf bewoners die er met plezier wonen en er is nog plek voor één bewoner. De opening van het restaurant en de serre volgen hopelijk in het voorjaar van 2023.’
Lees onze whitepaper duurzaamheid voor meer informatie en praktische tips.
Tekst: Mirjam van Huet
Fotografie: Stefan Kemper
Contact en links
Internet: www.honingraatzorg.nl
E-mail: info@honingraatzorg.nl
Facebook: Honingraatzorg
Instagram: Honingraatzorg_bv
YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=zT_xQ1xnGAI