Enthousiasme, visie én samenwerking maken van Planetron weer een boegbeeld
Het laatste gebouw voor Nationaal Park Dwingelderveld: het voormalige voorlichtingscentrum voor sterrenkunde Planetron in Dwingeloo. Vanaf het terrein stap je zo de bossen in. Het gebouw was lek, muf, verpauperd en omringd door onkruid, maar architect Bas van Ruth durfde de uitdaging aan. Samen met zijn partner Petra van Liere tovert hij het nu om tot een complex met meerdere functies.
Als voorlichtingscentrum voor sterrenkunde ontving het voormalige Planetron in Dwingeloo vanaf 1989 talloze schoolklassen en andere geïnteresseerden. Toen er steeds minder bezoekers kwamen en het gebouw verouderde, werd in 2014 de stekker eruit getrokken. Na 6 jaar gedeeltelijke leegstand kocht echtpaar Bas van Ruth en Petra van Liere - tevens de drijvende krachten achter Architektenburo Van Ruth - samen met zakenpartner J.C. van Kooten BV in 2020 het gebouw. Dankzij de bijzondere architectuur draagt het de titel ‘karakteristiek pand’.
‘Ik ben in Dwingeloo opgegroeid en ken het Planetron al vanaf het begin. Tijdens mijn studie architectuur moest ik twee gebouwen vergelijken, een fraai pand en een niet-fraai pand. Het fraaie pand was dat van Astron, dat op een steenworp afstand staat, en het niet-fraaie pand was dat van Planetron’, blikt Van Ruth grinnikend terug. Nadat het voorlichtingscentrum het leven liet, werd het door de jaren heen nóg minder fraai. ‘Het was er altijd donker. Het onkruid stond er meters hoog omheen. Binnen was het vochtig en smoezelig en het stonk er naar schimmel. Kortom, het was een verouderd en vervallen pand’, zegt Van Ruth.
Toch zag hij er potentie in. ‘Dit is het laatste gebouw voor het Nationaal Park Dwingelderveld; het ligt pal tegen de natuur aan. Plus, het staat nabij één van de drukste fietspaden van het land. Dat biedt mogelijkheden. Zo’n pand, op zo’n plek, krijg je nooit meer’, zegt hij. Samen met Van Liere besloot hij het te kopen en te restaureren.
Natuurlijk moest het ook een nieuwe bestemming krijgen. ‘We hebben een concept ontwikkeld waarin verschillende voorzieningen samenkomen. Dus met verschillende partijen, die bij elkaar passen’, zegt Van Liere. Het plan kent drie fases, waarvan deel één is gerealiseerd, deel twee bijna klaar is en deel drie nog even in de wacht staat. ‘In het eerste deel zitten kantoren. Daar zijn Recreatieschap Drenthe en Marketing Drenthe gevestigd. In het tweede deel, het middenstuk van het gebouw met grote glazen wanden die uitzicht bieden op de groene omgeving, komen horeca, winkelvoorzieningen, vergaderruimtes, een wandelcoach, fietsservice en een informatiecentrum over het Dwingelderveld’, somt Van Liere op. ‘Het derde deel is de voormalige filmzaal met koepel. Daarvoor denken we nog na over een invulling. Dat deel pakken we bewust het laatst aan, want dat kan wel eens zo gaaf worden, dat als we dat eerst hadden gedaan, niemand meer in de andere twee delen had gewild’, zegt ze lachend.
De gebruikers die al in het voormalige Planetron huizen, zijn enthousiast, weet Van Ruth. ‘Toen ze hier net waren ingetrokken liepen er twee reeën voorbij. ‘Hertjes!’ klonk het toen enthousiast vanuit het kantoor van Marketing Drenthe. Prachtig toch, dat er vanuit dit gebouw weer op allerlei manieren van de natuur wordt genoten? Of het nu iemand is die naar de wandelcoach gaat, een fietser die hier even bijtankt met een stuk appeltaart of een bedrijf dat hier een teambuildingdag organiseert.’
SUCCESFACTOREN EN AANDACHTSPUNTEN
Teugels in handen nemen
Voor het bedenken van het concept, had het koppel in eerste instantie een adviseur in de arm genomen. ‘We zijn hartstikke druk, want we hebben ons architectenbureau en het Planetron is niet ons enige herbestemmingsproject. Dus we dachten, laat iemand anders alvast over de invulling nadenken. Nou, dat doen we niet nog eens’, zegt Van Liere. ‘Dat was geen succes. Het was erg kostbaar en het ergste, we hadden het zelf nog beter kunnen bedenken. We hebben geleerd de peperdure adviesbureaus buiten de deur te houden en zelf de teugels in handen te nemen. Met logisch nadenken komen we er ook. En we hebben geweldige mensen om ons heen die graag meedenken, puur vanuit het belang van dit bijzondere gebouw.’
Omringen met de juiste mensen
‘De juiste mensen om je heen verzamelen, die allemaal je einddoel zien’, dat is nodig in een grootschalige herbestemming als dit’, zegt Van Ruth. ‘Denk aan de aannemer en installateur, die bij wijzigingen met ons meedenken. En Grietje Hofstede, onze accountmanager van het Nationaal Restauratiefonds, die ons veel heeft verteld over andere panden. Dat bracht ons op ideeën.’
Hofstede: ‘We hebben enthousiastelingen met visie en doorzettingsvermogen nodig om het erfgoed in Nederland springlevend te houden. Ik zie bij veel mensen die willen herbestemmen wel het enthousiasme, maar dan ontbreekt vaak de visie. Bas en Petra hebben beide.’
De juiste contacten hebben, maakt ook een groot verschil. ‘De monumentenambtenaar van onze gemeente Westerveld is erg benaderbaar. Ik bel hem geregeld om iets te overleggen’, zegt Van Ruth. ‘Overigens, aan het begin van dit project hebben Petra en ik iedereen uitgenodigd. Dus Grietje van het Restauratiefonds, de monumentenambtenaar van de gemeente, ambtenaren van provincie Drenthe en natuurlijk de mensen die hier aan de slag gingen, zoals de aannemer. Dan heb je korte lijntjes en weet je van elkaar waar je mee bezig gaat.’
Stoeien met stikstof en de natuur
Een uitdaging vormt het stikstofdossier waar Nederland middenin zit. ‘We zitten hier tegen de natuur aan, dus stikstofuitstoot is een aandachtspunt. Dat zit ons soms in de weg. In de buurt ligt een trimbaantje met sporttoestellen, waar mensen die hier de hond uitlaten zelf ook even wat beweging kunnen meepakken’, zegt Van Ruth. ‘Maar zelfs dat moet uitgebreid worden bekeken, vanwege de stikstofuitstoot die met het plaatsen van de toestellen gepaard gaat. Hetzelfde geldt natuurlijk als we straks buiten een barbecue voor de horecagasten willen houden. Is het terrein rondom het gebouw dan terras of parkeerplaats? Dat soort kwesties.’
Ook de Flora- en faunawet houdt de eigenaren bezig. ‘We hebben, zoals het hoort, onderzocht of hier op het terrein geen dassenburcht zit. Die zat er niet. Mooi, dachten we’, zegt Van Ruth, ‘maar nu moeten we laten onderzoeken waar de dassen dan wél zitten.’
Overnachten in een telescoop
Op het terrein staat een telescoop, eentje waar in de oorlog signalen mee werden opgevangen. Het kleine gebouw biedt precies genoeg ruimte voor een bed en sanitair. Zodoende kwamen de eigenaren op het idee het in te richten als hotelkamer. ‘Een lokale hotelondernemer kan dit gaan runnen’, zegt Van Ruth. ‘We willen namelijk niet de concurrentie aangaan met hotels in de omgeving. Bovendien, zo’n hoteleigenaar heeft er veel meer kijk op dan wij.’
FINANCIERING
Omdat het gebouw zelf een karakteristiek pand is, hebben de eigenaren voor de restauratie, herbestemming en verduurzaming gebruik kunnen maken van een lening met een lage rente uit het Drents Monumentenfonds en uit de Monumenten-hypotheek met een marktconforme rente.
Het Drents Monumentenfonds is al sinds 2009 een samenwerking tussen het Restauratiefonds en provincie Drenthe. Drenthe heeft in 2021 nog 5 miljoen euro extra gestort in het Drents Monumentenfonds. Uit dit fonds kunnen eigenaren in Drenthe de restauratie, verduurzaming of herbestemming van hun bijzondere pand laagrentend financieren.
‘Zonder de hulp van de provincie en het Restauratiefonds was het een stuk moeizamer verlopen. Dan hadden we bijvoorbeeld eerst alles zelf moeten financieren, want een reguliere bank zou op voorhand zeker niet over de brug zijn gekomen. Die kijkt eerst toe wat het wordt en dan pas doen ze mee. Maar dan ben je al een hele tijd onderweg’, zegt Van Liere.
DUURZAAMHEID
‘Naast het regelen van financiering is het verduurzamen van het gebouw vaak een uitdaging in herbestemmingsprojecten’, zegt Van Ruth. ‘Hoe krijg je de hut warm?’ Het voormalige Planetron vormt daarin geen uitzondering. ‘De aansluiting tussen dak en gevel bleek niet luchtdicht, die was nog lekker dan we dachten’, zegt Van Ruth. ‘Die ruimtes hebben we met luchtdicht schuim dichtgespoten. Vervolgens hebben we dat voor het zicht weggewerkt door het af te timmeren.’
Het dak is geïsoleerd met een laag van bijna twintig centimeter, de beglazing is allemaal vervangen door hr++glas, de verlichting is led en de verwarming bestaat uit warmtepompen en infrarood-warmtepanelen. Met maar liefst tweehonderd zonnepanelen op het dak voorziet het gebouw zichzelf van stroom.
Duurzaamheid betekent ook de natuur de ruimte geven. ‘De buitenverlichting van het hele gebouw is onlangs vervangen door vleermuisvriendelijke verlichting. Verlichting kan blijkbaar gepaard gaan met een bepaalde trilling, die vleermuizen stoort. Er hangen nu lampen waar ze geen last van hebben’, zegt Van Ruth. ‘Met een iconisch gebouw, aan de rand van een nationaal park móét je bewust omgaan met het milieu, vindt hij. ‘Het moet anders in de wereld, milieuvriendelijker. En dit gebouw is in deze omgeving een boegbeeld.’
CONTACT EN LINKS
Planetron
Drift 11
Dwingeloo
https://ruthbv.nl/nieuws/item/210-tweede-leven-voor-planetron-in-dwingeloo
https://ruthbv.nl/nieuws/item/240-nieuwe-huurders-in-planetron-we-kunnen-zo-de-natuur-in
Tekst: Mirjam van Huet, MCM tekst
Fotograaf: Stefan Kemper