‘Ook ik had er niet meer aan gedacht, terwijl ik als betrokken inwoner en horecaondernemer, toch al meer dan 30 jaar woon en werk in Hilversum’, bekent Teus Kroon (57 jaar). Sinds 2016 is hij eigenaar van het monument waarin hij MOUT foodhall & brouwerijcafé vestigde. ‘Vaag herinnerde ik me de ooit zo in het oog springende gevel.’ Het pand was in 1912 gebouwd als autosalon voor welgestelden in het Gooi. Bijzonder voor die tijd was het open karakter van de 700 m2 grote hal en de enorme, vrije overspanning met een dun schaaldak van beton. In die dagen was beton een nieuw bouwmateriaal. Om de glooiende dakvorm te realiseren, werd het gegoten in een grote mal. Al na een paar jaar werd de autosalon omgebouwd tot Nederlandse Sein Fabriek. Daarmee werd in Hilversum de basis gelegd als omroepstad voor radio en televisie.
Cultureel erfgoed
Negentig jaar lang deed het pand aan het Marktplein, dienst als bioscoop. Daarna stond het een paar jaar leeg. ‘In de loop van de tijd waren er allerlei ‘hokken’ tegenaan gebouwd. Het zag er niet uit’, benadrukt Kroon. ‘Mede daarom pleitte een groep ondernemers, waaronder ikzelf, ervoor om een grote ondergrondse parkeergarage te realiseren op deze plek met daar bovenop twee hoge woontorens. Dat dit pand daarvoor moest wijken, vond ik tóen geen probleem.’ Hoe anders liep het, na een gesprek met de Hilversumse wethouder Nicolien van Vroonhoven en Stedenbouwkundige Fons Gennisse. ‘Ze spraken over cultureel erfgoed, ‘uitpakken’ van de voormalige Eurobioscoop, toekenning van een monumentale status aan het gebouw en oprichting van een Hilversums Restauratiefonds. Ook de wens om in dit gebouw een plek te creëren voor lokale bierbrouwers, kwam al vrij snel op tafel. Ik geef toe vrijwel direct enthousiast te zijn over deze plannen. Dat gold ook voor mijn vrouw Hanneke, en zo besloten we mee te doen aan de aanbesteding die de gemeente Hilversum uitschreef.’
Restauratie in de praktijk
Teus Kroon noemt het een mooie bijkomstigheid dat een Hilversumse bouwonderneming meegewerkt had aan de totstandkoming van De Hallen, een foodhall in een monumentale tramremise in Amsterdam. ‘Met hen en de architect hebben we vele uren zitten sparren om te komen tot invulling van de aanbesteding. Samen zochten we oplossingen voor het volledige eisenpakket dat de gemeente neergelegd had. Hoe we de bierbrouwerij konden integreren en hoe het geheel z’n industriële uitstaling kon behouden. Alle apparatuur moest intern verwerkt worden. Er mocht niets op het monumentale dak. We wilden een etage realiseren, maar dit mocht niet ten koste gaan van de ‘doorzichtigheid’ van de ruimte. Ook Hinke Sigmond, gespecialiseerd in restauratie en kleuronderzoek zat al in een vroeg stadium aan tafel. Zij deed microscopisch onderzoek naar de vele verflagen op de monumentale pui en kwam zo tot de meest oorspronkelijke kleur. Ook dacht ze mee over eerherstel van andere oude elementen, zoals de dakramen. Een bewerkelijke klus en, mede daardoor, de grootste kostenpost. Maar gelet op het resultaat, zeer de moeite waard.’
Financiering gemeentelijk monument
‘Toen in april 2016 bleek dat de opdracht ons gegund was, hebben we ons restaurant Oh Lobo, verkocht’, vertelt Teus Kroon. ‘Om tijd vrij te maken, maar ook om financiële ruimte te creëren voor realisatie van dit plan. Want alleen met een hypotheek van de bank red je zoiets niet. Banken zijn bovendien niet erg toeschietelijk naar horecaondernemers. Ze bleven maar vragen naar verwachte omzetten en naar garantstelling. Hoe anders waren de contacten met Stichting Nationaal Restauratiefonds. Zij kijken vooral naar het monumentale pand en naar duurzaam herstel daarvan. We hebben het Restauratiefonds ervaren als een betrouwbare en helder communicerende partij. Direct na oprichting van het Hilversums Restauratiefonds ging het een samenwerking aan met het Nationaal Restauratiefonds. Mede dankzij hen kregen we de volledige financiering rond voor aankoop en restauratie van MOUT.’
Leven in de brouwerij
‘Jerry de Vries, waarmee we in Oh Lobo al samenwerkten, pakte de uitdaging op om als exploitant aan de slag te gaan in MOUT. En daar heeft hij vanaf dag 1 op voortreffelijke wijze uitvoering aan gegeven. De eerste drie weken na de opening op 9 mei 2017, voelden voor ons als een bestorming! Eerlijk toegeven: we konden zo’n enorme toeloop nauwelijks aan. En ja, daardoor moesten mensen wel eens wat langer wachten dan gewenst. Nu is het hier elke dag gezellig druk. ’s Avonds speelt er regelmatig live muziek en ontmoet jong en oud elkaar. We zijn met allerlei mensen in gesprek die graag iets met ons willen organiseren. Van evenement en muziekfestival tot rondleidingen, proeverijen en cursussen in de Gooische Bierbrouwerij.’