Elk monument vertelt een eigen verhaal en geeft daarmee een gezicht aan een buurt, plaats of regio. Omdat deze prachtige herbestemming in 2003 getransformeerd is, kunnen de gegevens inmiddels verouderd zijn. Evenzogoed blijft dit verhaal een inspiratiebron voor uw herbestemmingsplannen van religieus erfgoed.
Het voormalige bezinningsoord Mgr. Laurentius Schrijnenhuis kreeg in 1963 een herbestemming als onderwijsgebouw en werd tussen 2000 en 2003 door Peutz Architecten en AGS Architecten & Planners getransformeerd tot een modern, flexibel en representatief kantoorverzamelgebouw. Door verhuur met een normaal huurniveau is het ook economisch rendabel. In 2003 won het gebouw de publieksprijs van de Nationale Renovatie Prijs.
De opgave
Een sobere en duurzame transformatie van het retraitegebouw c.q. onderwijsgebouw naar een kantoorgebouw voor meerdere gebruikers. De nieuwe functies mochten het oorspronkelijk ontwerp geen geweld aandoen of het karakter van het gebouw aantasten.
Oorspronkelijk ontwerp
Het ontwerp van architect Frits Peutz voor het Mgr. Laurentius Schrijnenhuis - een onderkomen voor meisjes in het kader van bezinning, inkeer en studie - is een sprankelend voorbeeld van het Nieuwe Bouwen, met bekende kenmerken van Peutz' architectuur, zoals gebruik van glas, ruimtewerking, overgangen tussen binnen en buiten, de bijzondere rol van trappartijen, een synthese van functionaliteit en expressiviteit, en vooral ook de technisch-constructieve aspecten die dit gebouw sterk bepalen. De flexibele opzet van het gebouw maakt het goed en duurzaam aanpasbaar zonder grote structurele of constructieve ingrepen, wat de milieulast bij transformatie drukt.
Aanpak
Gekozen is voor een sobere transformatie waarbij vooral latere toevoegingen alleen in uiterste gevallen zijn verwijderd. Vooraf is technisch en historisch onderzoek verricht en beoogde oplossingen zijn vooraf beproefd. Veel van de authenticiteit van het oorspronkelijke retraitehuis is behouden: de complete inrichting en inventaris van de keuken en van aantal retraitekamers zijn er allemaal nog. Tegelijkertijd is het gebouw aangepast aan de hedendaagse eisen.
De oorspronkelijke constructie bestaat uit een licht, nastelbaar staalskelet met lichtgewicht betonvloeren, drijfstenen binnenwanden die vrij blijven van de kolommen en gevelbekleding bestaande uit draadgaas op asfaltpapier waarover een afpleistering. De reden voor de lichte en flexibele opzet was de instabiele bodemgesteldheid in de mijnstreek. De flexibele constructie van het gebouw maakte transformatie tot kantoorgebouw voor meerdere bedrijven mogelijk, zonder dat het oorspronkelijke ontwerp geweld aangedaan hoefde te worden.
Duurzaamheidsmaatregelen
Energiebesparingsmaatregelen
In de verblijfsruimten is in de oorspronkelijke ramen en puien blank dubbelglas geplaatst, waarbij zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke beeld is gebleven door het dubbelglas in stopverf te zetten. De meest duurzame oplossing, toepassen van dubbelglas met verhoogd rendement (LE-glas) is niet gekozen omdat dit een kleurverschil met het blijvende enkelglas zou opleveren en bovendien spiegelt deze glassoort hinderlijk.
Door de kwetsbare buitenwandconstructie was spouwisolatie niet mogelijk. Besparing van energieverbruik is gezocht in optimalisatie van de cv-installatie waarbij nieuwe HR-ketels zijn aangesloten op het oorspronkelijke verwarmingssysteem en door modulerend stoken (het stoken van een cv-ketel waarbij hoger en lager gestookt wordt al naar gelang de behoefte zoals aangegeven door een geavanceerd sensorsysteem). Bijzonder is ook dat het groot uitgevallen verwarmingssysteem – met veel radiatoren en dikke leidingen – is benut door de keteltemperatuur terug te brengen naar 60 -70 oC. Bovendien is een deel van de ruimtes buiten de verwarmde zone gehouden en kregen de platte daken waar werkruimten onder liggen een begroeiing van sedumplanten en mossen. In de zomer zorgt dit zonder energiegebruik voor een koeler binnenklimaat. Ook met het verlichtingssysteem wordt energie bespaard, onder meer door hoogfrequentverlichting (verlichting waarbij de wisselstroom door elektronische voorschakeling op hoge frequentie wordt gehouden wat resulteert in hogere lichtopbrengst en langere levensduur) en daglichtafhankelijke schakeling.
Opvang regenwater
De sedumdaken houden ook het regenwater vast, wat bijdraagt aan een beter milieu. Het oorspronkelijke pand beschikte al over een inpandig afvoersysteem van hemelwater. Dit water werd naar een waterreservoir onder de aan de achterkant van het gebouw gelegen vijver geleid waar het voor hergebruik kon worden opgepompt. Dit inpandige afvoersysteem functioneerde niet meer, maar is bij de restauratie gereconstrueerd; de hemelwaterafvoeren monden nu weer uit op het regenwaterreservoir. Dit helpt overbelasting en overstort van het riool te voorkomen. Via een overloopvoorziening infiltreert het water in de bodem van de lager gelegen tuin, wat goed is voor de natuur.
Hergebruik
Het oorspronkelijke ontwerp bevatte al meerdere duurzame elementen zoals vouwwanden voor flexibel ruimtegebruik, glazen vloervelden voor dagverlichting, een grijswatercircuit (bijzonder) en luchtverversing op basis van energievrije, natuurlijke ventilatie. Bij de restauratie zijn die ‘duurzaamheidskansen’ van het gebouw is voortgeborduurd door het binnenklimaat te verbeteren met passieve koeling, energie te sparen en regenwater op te vangen. Latere wijzigingen zijn zo min mogelijk teruggedraaid, wat minder milieulast oplevert. Door overruimte te accepteren en niet ieder hoekje en gaatje te vullen, is het karakter van het monument goed behouden.
Financiering
Rijk en provincie hebben een restauratiesubsidie toegekend. Er zijn geen innovatie- of duurzaamheidsubsidies aangevraagd.
Leerpunten
Behouden wat nog niet ‘op’ is spaart monument en milieu. Hier is het oorspronkelijke verwarmingssysteem niet vervangen, maar behouden en geoptimaliseerd met onder meer nieuwe HR-ketels. Veel ingrepen uit de laatste decennia zijn niet teruggedraaid om tot een perfect historisch plaatje te komen, maar zijn gewoon geaccepteerd, wat minder sloopafval en andere milieuschade oplevert.
Niet alle ruimtes moeten binnen de geklimatiseerde zone te liggen. Alle gangen, de trappenhuizen en de gehele bovenste verdieping bleven hier onverwarmd om energie te sparen.
Vaak levert een historisch gebouw al belangrijke, soms verborgen, duurzaamheidsprestaties. Die zijn hier uitgebuit door het werk niet te overhaasten, maar door eerst vooraf technsich en historisch onderzoek te verrichten naar het gebouw. Belangrijke duurzaamheidsprincipes zoals de demontabele of reversibele bouwwijze kwamen naar boven en werden opnieuw benut. Het groot en ruim aangelegde verwarmingssysteem van vroeger is nu slim benut door met een lagere temperatuur van het water de ruimten toch goed te verwarmen.
Meer informatie
- Contactpersoon: Peutz Architecten BV, 045 – 5790659, peutz@peutz-architecten.nl.