De molen van Reudink in Lochem was ‘vogelvrij’. Er was niet veel meer over van de kolos uit 1798, maar Paul en Jenny Kok zagen volop mogelijkheden. Niet alleen voor herbestemming van de romp van de molen, maar ook voor de nieuwbouw van een energieneutrale en levensloopbestendige woning ernaast. Door de inspanningen en investeringen van de familie Kok is Lochem nu een gemeentelijk monument en een multifunctioneel centrum rijker.
Paul Kok is architectuur- en kunsthistoricus. Hij was als ontwerper en projectleider betrokken bij vele bouw- en restauratieprojecten. Hij weet welke wegen hij moet bewandelen om tot een optimaal eindresultaat te komen. ‘De romp was 8,5 meter hoog met daarop een betonnen ring met een silo erop. In totaal stond er een bouwwerk van 22,5 meter. Daarvan wilden wij alleen de, in onze ogen monumentale, romp kopen. We hebben het zo onderhandeld dat die hele opbouw op kosten van de projectontwikkelaar werd verwijderd. Dat ging zomaar om 9 ton puin!’
MET DE TEKENINGEN NAAR OMWONENDEN
‘Ik gebruikte de optieperiode ook voor het maken van tekeningen. Daarmee ben ik naar omwonenden gegaan, die meteen enthousiast waren. Iedereen vond het prachtig dat wij de molen wilden restaureren. In Lochem waren eerder al de Bond Heemschut, lokale historici en omwonenden voor behoud van de molen in de bres gesprongen. Zij maakten destijds richting het gemeentebestuur duidelijk dat het hier om een belangrijk historisch en beeldbepalend pand ging, dat de monumentenstatus verdiende. 'Paul zette zich ook meteen in om een monumentale status voor de molen te krijgen. ‘Deze molen is op grond van de monumentale waarden eigenlijk een rijksmonument, maar dat zit er tegenwoordig niet meer in. Met de gemeentelijke monumentenstatus ben ik nu toch ook heel blij.'
‘Iedereen vond het prachtig dat wij de molen wilden restaureren.’
CURSUSSEN EN CULTUUR
Paul en zijn vrouw Jenny kochten de molen en bijbehorende grond in november 2020. Ze bouwden eerst hun woning en begonnen in 2022 met de herbestemming van de molen. ‘Op de begane grond hebben we eerst puin moeten afvoeren, daarna hebben we een nieuwe, gewapende, vloer gestort. Dat was nodig vanwege onder meer het gewicht van de liftinstallatie. Die weegt maar liefst 2000 kilo. Op 1 hoog heeft Paul zijn kantoor annex atelier. Op 2 hoog, dat is op 6.40 m hoogte, is ruimte voor vergaderen, cursussen en culturele activiteiten. ‘De concertvleugel uit 1903 van mijn vader komt hier. Deze vleugel is de hele wereld over geweest. We hebben er met de vormgeving van de ramen rekening mee gehouden dat de aanvoer van spullen via die ramen zou moeten kunnen.
‘Binnenkort hijsen we de 600 kilo zware vleugel naar binnen.’
EXPOSITIERUIMTE OF VERBLIJFSEENHEID
De derde verdieping kan dienst doen als tentoonstellings- en vergaderruimte. ‘Maar eventueel mag hier ook gewoond worden, het heeft de status van een verblijfseenheid.’ vertelt Paul. ‘Voor de opbouw van deze verdieping hebben we 23000 vechtformaten gebruikt, die vrijkwamen bij het maken van raamkozijnen op de andere verdiepingen. Die ramen waren een enorme klus. De muren waren maar liefst 70 centimeter dik, daar zaag je niet zomaar een stuk uit.’
De derde verdieping is voorzien van een roeven dak, afgedekt met zink. ‘Koper zou een veel te luxe uitstraling hebben voor een molen,’ licht Paul toe. Het dak is gemaakt door de Firma van Wely, leidekkers en koperslagers. ‘Ze kwamen van een klus op Drakesteyn naar onze molen.’
‘De muren waren maar liefst 70 centimeter dik.’
SUCCESFACTOREN
NEEM DE OMGEVING MEE IN DE PLANVORMING
‘Het is belangrijk dat je voor draagvlak zorgt in de omgeving. Daar heb je gedurende de uitvoering plezier van, maar ook wanneer je pand af is heb je de omgeving nodig.’
WERK CIRCULAIR: GEEF OUDE BOUWMATERIALEN EEN NIEUWE BESTEMMING
‘Er is een levendige handel in oude bouwmaterialen. Zo kun je je eigen overtollige bouwmateriaal naar een nieuwe bestemming brengen. Ik had voor een deel van de restauratie kloostermoppen nodig en tegelijkertijd heb ik een aantal zakken vechtformaten uit 1798 over. Met slim ruilen kwam ik een heel eind. En ook 6 ton overbodige staal van de firma Krupp en Thyssen was nog in topconditie en kon volledig hergebruikt worden. Dit konden we op een prettige manier verrekenen met onze bouwkosten.’
LET OP ZOGENAAMDE ‘WINKELDOCHTERS’
‘De liftinstallatie heb ik met een fikse korting kunnen kopen. Ik was in gesprek met de verkoper van liftbedrijf Aesy in Zevenaar. Ik vroeg of hij nog een ‘winkeldochter’ had. En die was er! Ze hadden een lift die slechts vier maanden dienst had gedaan in een verzorgingshuis. De knoppen bleken te ingewikkeld voor de bewoners, maar zijn voor het gebruik in de molen geen probleem.’
DIRECTIEVOERING OP DE BOUW IS BELANGRIJK
‘Restauratieprojecten vragen vaak om bijsturing. Ik was zelf natuurlijk veel op de bouw en heb genoeg ervaring om alles aan te sturen. Maar beschik je niet over de juiste kennis, stel dan een directievoerder aan. Dat betaalt zich uit. In geld, maar ook in tijd en ergernis.’
MONUMENTENSTATUS BIEDT MOGELIJKHEDEN
‘De molen van Reudink had geen monumentale status toen wij het pand kochten. Met veel praten en kennis delen is het gelukt om het pand tot gemeentelijk monument te laten verklaren. Dat leverde ons extra financieringsmogelijkheden op, maar ik vind het ook belangrijk om zo’n monument ook echt op waarde te schatten.’
Aandachtspunten
‘BOUWEN IS VERTROUWEN.’
Ik geef vakmensen graag de ruimte, tegelijkertijd wil ik wel dat het resultaat aan mijn hoge standaard voldoet. Ik heb hier mensen aan het werk gehad, waar ik niet echt van op aan kon. Mijn motto is ‘bouwen is vertrouwen’. Als dat er niet meer is, dan houdt het op. Dan is het meteen afgelopen.’
WERK MET EEN VASTE OFFERTE OP BASIS VAN EEN BESTEK
‘De beste manier om grip te houden op de financiën, is te werken aan de hand van een offerte die gemaakt is op basis van een bestek. Dan weet je als opdrachtgever waar je aan toe bent, maar dat geldt ook voor de opdrachtnemer. Bijna bij ieder restauratieproject komen op een gegeven moment zaken boven water die om extra inspanning vragen. En daarover ga je dan in gesprek.’
GA IN ZEE MET BEDRIJF DAT ERVARING HEEFT MET RESTAUREREN.
‘Terughoudend restaureren, zoals wij hier bij de molen van Reudink hebben gedaan, vraagt om vakmanschap en inzicht. Een specialist op dat terrein ziet oude bouwsporen en kan er met zorg mee omgaan. Ik ben het meest trots op het feit dat we een stuk historie weer in beeld hebben gebracht. Zo zijn mooie Bentheimer stenen uit 1835 weer goed te zien. Vroeger zat daar duivenkalk op om het vocht buiten te houden, maar in 1938 had men er cement op gesmeerd. Dat heb ik er eigenhandig afgebikt, zodat de muren nu weer kunnen ademen.’
Lees onze gratis whitepaper Stappenplan bij herbestemming: ‘in vier stappen' voor meer informatie en inspiratie.
Duurzaamheid
De vloer en het dak zijn geïsoleerd met PIR schuim. De ramen zijn van 8 mm dik dubbelglas van Stolker. Het buitenglas is getrokken monumentenglas. De molen en het huis worden van warmte en koeling voorzien door een grondwarmtepomp. Water wordt op 63 meter diepte omhoog gepompt. Dit water is 12 ˚ en wordt opgewarmd tot 20˚. In de zomer zorgt het grondwater juist voor koelte in huis. Paul Kok koos voor een (relatief dure) grondwarmtepomp met uitgebreid WTW-systeem van Nibe, omdat de installatie wat hem betreft qua geluidsproductie gunstig afsteekt bij anderen. Maar liefst 44 zonnepanelen zorgen voor de elektriciteit voor de woning en de molen. In de molen is op de begane grond vloerverwarming, op de etages komen elektrische gevelradiatoren.
Meer weten over verduurzaming? Lees ook onze whitepaper.
CIRCULARITEIT
Als je sloopt heb je geen sloopafval, maar – zeker in het geval van een monument- vaak een veelheid aan tweedehands bouwmaterialen. Voor bijvoorbeeld stenen is een uitgebreide markt, waar verkopen en ruilen aan de orde van de dag is. In sommige provincies hebben de Monumentenwachten een depot waar enkele stuks van bijzondere materialen, zoals unieke dakpannen, verkrijgbaar zijn. Ook voor het topkwaliteit staal uit de molen was een goede prijs te krijgen.
FINANCIERING
De financiering van de herbestemming is grotendeels afkomstig vanuit eigen geld. Omdat Paul Kok zijn uiterste best heeft gedaan om de monumentencommissie ervan te overtuigen dat deze molen de monumentenstatus verdiende, kon hij ook nog een beroep doen op de provinciale subsidie. Cees-Jan Frank, van het Bureau Advies Monumenten, bracht alle monumentale waarden van de molen in kaart. Die zouden jaren geleden hebben geleid tot de rijksmonumentenstatus, wat financieel nog meer effect gehad zou hebben. Maar nu was de gemeentelijk monument status het maximaal haalbare. De kosten voor de constructie van de molen waren voor 50% subsidiabel. Tot slot is er voor een restsom een Monumenten-hypotheek afgesloten bij het Nationaal Restauratiefonds.
Tekst: Erna Oosterveen, Woord-werk