In 1884 werd de Meelfabriek in Leiden opgericht. Op een voormalig 17e eeuws bastion verrezen de eerste gebouwen. De ontwikkeling van de fabriek hield gelijke tred met de ontwikkeling van de techniek. Hypermodern was de constructie van de eerste gebouwen in beton en staal, evenals de stoommachines die op volle toeren draaiden. Toen er volop elektriciteit beschikbaar kwam, was de Meelfabriek een van de eerste fabrieken in Leiden die daarop overstapte.
Het Meelfabriekcomplex bestaat uit meerdere kolossale gebouwen uit de periode 1896 tot en met 1960. In 1988 moest de Meelfabriek de deuren sluiten. Dat was voor Ab van der Wiel het moment om in gesprek te gaan over zijn plannen. Hij was door een trip naar New York in 1985 geïnspireerd geraakt, daarom zocht hij naar erfgoed dat aan een herbestemming toe was. De Meelfabriek had alles in zich om zijn visioen waar te kunnen maken. De definitieve aankoop van De Meelfabriek liet echter nog tien jaar op zich wachten. De gemeente Leiden was in eerste instantie niet blij met de plannen voor herbestemming van de gebouwen en het terrein. Destijds hadden velen voor ogen dat ‘platgooien’ maar het beste was. Maar Ab van der Wiel dacht daar anders over en hij beschikte over een lange adem. Dankzij de inzet van Stichting Industrieel Erfgoed Leiden (Stiel) én door het veranderen van de tijdgeest, is de gemeente uiteindelijk mee gaan bewegen. Daarbij hielp zeker de rijksmonumentale status die bijna alle gebouwen in 2001 kregen. Nu, ruim twintig jaar na aankoop, krijgt de Meelfabriek stap voor stap de vorm die Van der Wiel steeds voor ogen had. Zijn grote hart voor kunst, cultuur en erfgoed is, naarmate de herbestemming vordert, steeds beter zichtbaar én voelbaar.
Constructie
Op twee gebouwen na (uit 1955 en 1960) hebben alle panden de rijksmonumentale status. Uit al die gebouwen samenvalt de bouwtechnische ontwikkeling door de tijd heen goed af te lezen. Terecht daarom ook dat de wereldberoemde Zwitserse architect Peter Zumtohr in zijn masterplan voor de Meelfabriek stelde dat de constructie van beton en staal het monumentale karakter het best weergeeft. In de uitwerking, die Bart Akkerhuis vervolgens maakte, zijn onder meer in het Molengebouw en het Riffellokaal de staalskeletten van Canadees staal (volgens kenners het beste ter wereld!) en de betonnen kolommen in het Meelpakhuis goed zichtbaar gemaakt. Bij het Meelpakhuis is de buitenkant als het ware van de panden afgepeld, waardoor het pand haar ware, monumentale, karakter kan laten zien. Hier lagen vroeger de meelvoorraden opgeslagen en dat vroeg om een stevige constructie van paddenstoelkolommen. Die stoere kolommen zijn goed zichtbaar gemaakt. Dankzij de regeling MoMo (modernisering monumenten) kreeg de Meelfabriek toestemming om deze rijksmonumenten aan te passen. Dat kwam immers de herbestemming van deze panden en van het complex als geheel ten goede.
Ontwikkeling tot nu toe
Het Directiekantoor is inmiddels helemaal gerestaureerd en zeven inspirerende bedrijven op het gebied van design, technologie en duurzaamheid hebben hier hun intrek genomen. In het Riffellokaal en het Molengebouw zijn prachtige lofts gerealiseerd. Het is gelukt om hier het industriële karakter van de oorspronkelijke gebouwen te behouden. Op de begane grond zijn bijzondere winkels en horeca gevestigd. De lofts in het Meelpakhuis zijn opgeleverd en de commerciële plint krijgt binnenkort invulling. De lofts in het Ketelhuis en de Schoonmakerij gaan nu ook in de verkoop.
Het Poortgebouw, de voormalige fietsenstalling en garage voor directieauto’s, is inmiddels ook gerestaureerd. Zolang de werkzaamheden duren, zitten hier de uitvoerders van de bouw. En de bewoners van het Meelpakhuis hebben hier hun berging.
Ook de nieuwbouw van DUWO voor de Young Professionals is af. In twee nieuwe woonblokken zijn nu 58 appartementen voor studenten. De appartementen in de nieuwgebouwde Singeltoren met een keukenshowroom op de begane grond zijn ook opgeleverd.
In de komende jaren volgen nog de oplevering van het hotel in het Silogebouw, met restaurant en skybar en ruimte voor (culturele) activiteiten en een wellness centrum. Nu al wordt er volop gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Meelfabriek heeft voor het ontvangen van publiek.
Groene Gordel: het Singelpark in wording
De Meelfabriek is gelegen op een deel van de oude vestingwerken om de stad Leiden uit 1659. De structuur hiervan is nog goed zichtbaar. Vanuit een burgerinitiatief zijn de verschillende vestingwerken en groene delen verbonden tot een groene gordel om het stadscentrum heen. Dit is het Singelpark! De tuin van de Meelfabriek, die ontworpen is door de vermaarde tuinarchitect Piet Oudolf i.s.m. LOLA landschapsarchitecten, maakt hier onderdeel van uit. De 6,5 kilometer lange singel wordt in de toekomst ook door de Meelfabriek benut: ook over het water kunnen mensen dan hun weg naar de Meelfabriek vinden, zoals vroeger de aan- en afvoer van producten ook via het water ging.
Succesfactoren en aandachtspunten volgens Ab van der Wiel
- Zorg dat je in de planvormingsfase alles zelf kan financieren en niet afhankelijk bent van derden.
Deze fase moet je zelf kunnen dragen. Zelf financieren levert je de ruimte en de tijd op om je eigen koers te varen. En dat brengt ons bij het tweede punt: - Houd vast aan je oorspronkelijke plan, maar houd je ogen en oren open.
Blijf bij je visie, maar sta ook open voor goede ideeën. Luister daarom naar de verhalen van mensen en stel veel vragen. Zo leer je waar mensen behoefte aan hebben en ben je in staat om aan te sluiten bij de tijdgeest. - Zoek ondernemers en bewoners die passen bij je plannen.
Ga alleen in zee met mensen die iets toevoegen aan het geheel en daar onderdeel van willen zijn. Monumenten hebben bijzondere bewoners en gebruikers nodig. - Zorg dat je de communicatie op orde hebt.
Communicatie over je plannen betekent ook: wisselwerking en voeling houden met allerlei partijen die iets vinden van je ideeën. Wees helder over wat je wil, maar weet ook wat er speelt in je omgeving.
Financiering
Ab van der Wiel verkeerde in de gelukkige omstandigheid dat hij de Meelfabriek voor relatief weinig geld kon kopen en dat hij dat kon financieren uit zijn eigen spaarpot. De hele planvormingsfase financierde hij uit eigen middelen. Dat zorgde ervoor dat hij vasthoudend kon zijn en een lange adem had. Pas in een latere fase, toen de monumentenstatus gerealiseerd was, kwam het Nationaal Restauratiefonds in beeld voor verdere financiering met een laagrentende Restauratiefondsplus-hypotheek en een marktconforme Monumenten-hypotheek. Daardoor kregen ook andere partijen voldoende vertrouwen in het project. De kopers van een loft kunnen gebruik maken van fiscaal voordeel, omdat ze eigenaar worden van een monument.
Duurzaamheid
Bij de herbestemming van de tien rijksmonumentale delen is steeds gezocht naar mogelijkheden van effectief hergebruik van gebouwen en materialen. Per gebouw is en wordt bekeken wat de beste mogelijkheden van verduurzaming zijn voor toekomstig gebruik.
Isolatie is bij een aantal rijksmonumenten aan de binnenzijde aangebracht, om het aangezicht van de gebouwen niet aan te tasten. Uiteraard is bij deze ingreep goed gekeken naar de vochthuishouding. Alle monumentale gebouwen zijn gasloos: ze zijn voorzien van laagtemperatuurverwarming. Via een warmtepomp in combinatie met warmte- en koudeopslag (WKO) in de bodem wordt gezorgd voor warmte en warm water. In de zomer wordt er gekoeld, met behulp van kou uit de bodem. Op de panden waar dat kan staan zonnepanelen en zonnecollectoren. De warmte die uit de gebouwen komt en de opgevangen zonnewarmte van de warmtedaken en van daken met zonnepanelen wordt ook opgeslagen in de bodem, tot deze warmte weer nuttig gebruikt kan worden. Warmtedaken zijn daken waarin een soort ‘vloerverwarming’ is geïnstalleerd. Het water in de slangen wordt verwarmd, dit zorgt voor koeling. Het warme water wordt afgevoerd naar de bodem, als voorraad voor wanneer er weer verwarming nodig is.
In het Molengebouw, het Riffellokaal en het Meelpakhuis zijn de vloeren iets verhoogd om de plafonds in originele staat te kunnen behouden. Door deze laag werden alle leidingen getrokken, ook voor de vloerverwarming. In de wanden van de appartementen van het Molengebouw en Riffellokaal is ook ‘vloerverwarming’ aangebracht, om koudeval door de stalen kozijnen tegen te gaan. En wordt het te warm, dan kan via dezelfde wanden gekoeld worden, via de WKO-installatie. Deze is vier keer zuiniger in gebruik dan een traditionele installatie. En dankzij het feit dat er geen gas meer wordt gebruikt, levert de Meelfabriek ook een bijdrage aan de CO2-reductie. Voor de beglazing is bij de nieuwe panden gekozen voor triple glas en bij de monumenten voor dubbel glas met Argongas als isolator. Dit glas past in de originele stalen kozijnen en isoleert beter dan ‘gewoon’ dubbelglas.
In alle gebouwen en in de terreinverlichting is LED-verlichting aangebracht. Het Directiegebouw draait inmiddels volop en heeft energielabel A gekregen, wat uitzonderlijk is voor een monument.
Monitoring van energiegebruik wordt ingezet om bewustwording bij de gebruikers van de panden te stimuleren. En bewoners kunnen bij aankoop van hun appartement aangeven of ze een elektriciteitsaansluiting willen voor hun auto. Hier is in het leidingwerk al rekening mee gehouden.
Als deskundige partner in de financiering van monumenten, staat het Restauratiefonds klaar om u te helpen bij het doordacht verduurzamen van uw erfgoed. Met een hart voor monumenten, bieden zij u inzicht in de beste oplossingen voor verduurzaming, verbinden u met gespecialiseerde experts, en bieden gunstige financieringsopties. Zij begeleiden u stap voor stap in het proces, zodat uw monument voorbereid is op een duurzame toekomst. Bekijk de mogelijkheden.
Contact en links
info@demeelfabriek.nl
www.demeelfabriek.nl
Facebook: https://nl-nl.facebook.com/demeelfabriek.leiden
Instagram: @demeelfabriek
http://studioakkerhuis.com
http://www.splinterarchitecten.nl/highlights
https://oudolf.com
http://lola.land
https://www.singelpark.nl
https://burginstallatietechniek.nl
http://www.vandervegt.nl
https://www.pietersbouwtechniek.nl