Ongeveer een derde van het grondgebied van het Drentse gevangenisdorp Veenhuizen staat in de stille verkoop. Het dorp bestaat uit 90 objecten: van statige villa’s met de voor het dorp zo kenmerkende stichtelijke spreuken op de gevel tot een in onbruik geraakte portiersloge, van een trafohuisje tot de oude ijskoepel. Ook twee kerken, een voormalige school, Brouwerij Maallust en tal van andere karakteristieke gebouwen zoeken een nieuwe eigenaar.
Ooit, aan het begin van de 19de eeuw, werden hier de Koloniën van Weldadigheid gesticht. Armen uit de stad zouden op het Drentse veen heropgevoed worden. Maar zoals wel vaker eindigde het nastreven van een kneedbare samenleving in een desillusie. De Kolonie kwam in geldnood, en in 1859 nam het Rijk de boel over.
Veenhuizen werd een gevangenisdorp, waar tot 1990 enkel medewerkers van justitie woonden. Nog steeds zijn er twee penitentiaire inrichtingen in gebruik en er is een militair depot. Maar veel van de andere panden hebben geen overheidsfunctie meer. Gewone mensen huren er woonhuizen, andere gebouwen doen dienst als bedrijfspand.
Een consortium van Stichting Het Drents Landschap, de Nationale Monumenten Organisatie (NMO) en BOEi (een maatschappelijke onderneming gespecialiseerd in herbestemming) heeft al interesse getoond in het vastgoed in Veenhuizen.
Uiterlijk 1 oktober 2019 kunnen belangstellenden zich melden. Als meerdere partijen aan de eisen voldoen, volgt een openbare inschrijving. Als geen andere partijen zich melden, dan zal het Rijksvastgoedbedrijf een procedure met alleen het consortium starten.